|
|
Regel 3: |
Regel 3: |
| Hoewel geen stad hetzelfde is als een andere, zijn er toch categorieën te ontdekken. Zo zijn er industriesteden, slaapsteden, historische steden, enzovoort. Ook zijn er in verschillende steden dezelfde gebieden te herkennen, zoals het (al dan niet historische) centrum, industriegebieden, woonwijken (zowel oudere dichterbij het centrum, als nieuwe aan de rand van de stad). | | Hoewel geen stad hetzelfde is als een andere, zijn er toch categorieën te ontdekken. Zo zijn er industriesteden, slaapsteden, historische steden, enzovoort. Ook zijn er in verschillende steden dezelfde gebieden te herkennen, zoals het (al dan niet historische) centrum, industriegebieden, woonwijken (zowel oudere dichterbij het centrum, als nieuwe aan de rand van de stad). |
| | | |
− | Voor ieder soort stad en gebied hebben de bekende fabrikanten tal van modellen op de markt gebracht. Helaas zijn deze vaak op Duitse gebouwen gebaseerd, maar met goed zoeken kan men gebouwen vinden die de Nederlandse bebouwing benaderen of zelfs gelijken. Hier beneden een lijst van Nederlands ogende gebouwen, gesorteerd naar type gebied. | + | Voor ieder soort stad en gebied hebben de bekende fabrikanten tal van modellen op de markt gebracht. Helaas zijn deze vaak op Duitse gebouwen gebaseerd, maar met goed zoeken kan men gebouwen vinden die de Nederlandse bebouwing benaderen of zelfs gelijken. Hier beneden een lijst van Nederlands ogende gebouwen, gesorteerd naar type gebied en gemaakt door "groot serie fabrikanten" |
| | | |
| Het centrum | | Het centrum |
Regel 12: |
Regel 12: |
| | | |
| Wordt nog uitgebreid! | | Wordt nog uitgebreid! |
| + | |
| + | == '''Nederlandse bebouwing''' == |
| + | |
| + | '''De werkelijke situatie.''' |
| + | |
| + | Nederlandse bebouwing is voor veel mensen wel te herkennen al is soms niet meteen duidelijk wat iets nou typisch Nederlands maakt. |
| + | Vaak is het gebruik van roodbruine bakstenen een indicatie, maar ook de veelal kleinschalige architectuur en typische bebouwingsvormen zoals galerijflats en rijwoningen onderscheiden de Nederlandse gebouwen van andersoortige bebouwing. |
| + | |
| + | Nederlandse bebouwing kunnen we opdelen in diverse categorieën. |
| + | Denk aan '''landelijk, klein stedelijk en stedelijk'''. Hoewel Stedelijk wellicht het meest aantrekkelijk klinkt voor de invulling van een modelbaan is landelijk niet zelden het meest realistisch voor de invulling van de modelbaan. Want bij een relatief klein/kort emplacement (vaak door de modelbouwer gekozen bij gebrek aan meer ruimte) hoort ook een relatief klein stationsgebouw. Daarbij wordt vaak vergeten dat zowel kleine als zelfs de hele grote stationsgebouwen vaak zijn neergezet te midden van enkele weilanden, soms zelfs vele honderden meters buiten de toenmalige stadsgrenzen. Veel stationsgebieden hebben tot ruim in de eerste helft van twintigste eeuw (tijdperk III) in landelijk gebied gelegen, tussen de boerderijen en open velden. Wie een hedendaagse stationssituatie op z'n baan wil nabootsen komt wel vaker uit in stedelijk gebied. Een veel gemaakte "fout" is het te klein inschatten van de openbare ruimte. Zeker in de stationsomgeving wordt de beschikbare grond voor pakweg 50 tot 70% gebruikt voor infrastructuur zoals wegen en rails. Slechts een klein percentage is daadwerkelijk (stedelijke) bebouwing. met name stedelijke bebouwing bestaat uit elementen die sterk op elkaar zijn ingespeeld. Op hoofdlijnen valt te denken aan afgestemde functies van gebouwen, terwijl op detailniveau te denken valt aan kleine bouwkundige aanpassingen. Denk aan het verzinken van een dakgoot in/op de zijgevel zodat het gebouw er naast moeiteloos enkele etages hoger kan zijn de gebouwen toch strak tegen elkaar kunnen staan. Het sterk op elkaar afstemmen van bebouwing is in model erg moeilijk omdat doorgaans wordt uitgegaan van bouwpakketten die in een solitaire positie op de modelbaan terecht komen. |
| + | |
| + | Van bebouwing kan doorgaans het volgende gezegd worden: |
| + | Hoe stedelijker de bebouwing hoe dichter de panden op elkaar staan en dat vergroot de kans dat de bebouwing ook de lucht in gaat in plaats van verder uitdijt in horizontale richting. Groenvoorziening staat in de stedelijke omgeving onder druk, maar infrastructuur krijgt vaak meer ruimte en komt in de stedelijke situaties ook vaak voor als grote verharde ruimtes. Bij landelijke bebouwing is dat vanzelfsprekend precies andersom. Landelijke bebouwing staat ver uit elkaar en heeft vrijwel nooit een substantiële hoogte of meer dan 3 etages. Groen heeft de ruimte hoewel veel groen eigenlijk ruimte is voor landbouw en veeteelt. Infrastructuur, zoals wegen zijn minder dominant aanwezig en soms niet eens verhard. |
| + | |
| + | |
| + | '''Nederlands thema modelbouwen''' (excl. groot serie fabrikanten) |
| + | |
| + | Voor de modelbaan zijn er diverse fabrikanten bezig met het maken van Nederlandse bebouwing. |
| + | Onderstaande gegevens zijn dan ook alleen gebaseerd op Nederlandse bebouwing! |
| + | |
| + | Als we de fabrikanten categoriseren op basis van productiemethode en materiaalgebruik krijgen we het volgende: |
| + | |
| + | Giethars en soortgelijke modellen: |
| + | [http://www.artitec.nl Artitec] Schaal N en H0, [http://http://www.hollandscale.nl Holland scale] Schaal H0, [http://www.tillymodels.nl tilly models.nl] Schaal H0. |
| + | |
| + | Laser gesneden modellen (veelal kartonsoorten en hout) |
| + | [http://www.markenburg.nl Markenburg] Schaal N en H0, [http://www.protomodel.nl Protomodel] Schaal H0. |
| + | |
| + | De giethars modellen dienen nog wel geschilderd te worden. |
| + | De hierboven genoemde fabrikanten van laser gesneden modellen leveren de modellen standaard in kleur en soms zelfs reeds licht vervuilt. |
| + | |
| + | Veel van de fabrikanten leveren voornamelijk landelijke en kleinstedelijke bebouwing. Daarnaast categoriseren de meeste fabrikanten en winkeliers de producten op schaal en eventueel op land van herkomst. |
| + | [http://www.markenburg.nl Markenburg] heeft zijn modellen ook nog gethematiseerd. Dat maakt het makkelijk om een ensemble* van gebouwen bijeen te kiezen. Voor de modelbouwer die bijvoorbeeld waarde hecht aan realisme/natuurgetrouwe situaties op de modelbaan heeft het thematiseren als voordeel dat je makkelijker een realistisch scenario aan bebouwing kan verzamelen. |
| + | Ensemble*: |
| + | Een ensemble is in deze context een groep(je) gebouwen die elkaar in vorm en functie versterken/ bij elkaar passen door de vorm en de functie die ze hebben. |
Huidige versie van 12 mei 2013 om 14:05
Hoewel geen stad hetzelfde is als een andere, zijn er toch categorieën te ontdekken. Zo zijn er industriesteden, slaapsteden, historische steden, enzovoort. Ook zijn er in verschillende steden dezelfde gebieden te herkennen, zoals het (al dan niet historische) centrum, industriegebieden, woonwijken (zowel oudere dichterbij het centrum, als nieuwe aan de rand van de stad).
Voor ieder soort stad en gebied hebben de bekende fabrikanten tal van modellen op de markt gebracht. Helaas zijn deze vaak op Duitse gebouwen gebaseerd, maar met goed zoeken kan men gebouwen vinden die de Nederlandse bebouwing benaderen of zelfs gelijken. Hier beneden een lijst van Nederlands ogende gebouwen, gesorteerd naar type gebied en gemaakt door "groot serie fabrikanten"
Het centrum
Kibri H0 38381 - stadhuis Leer
Faller H0 130992 - Grachtenpand
Wordt nog uitgebreid!
Nederlandse bebouwing
De werkelijke situatie.
Nederlandse bebouwing is voor veel mensen wel te herkennen al is soms niet meteen duidelijk wat iets nou typisch Nederlands maakt.
Vaak is het gebruik van roodbruine bakstenen een indicatie, maar ook de veelal kleinschalige architectuur en typische bebouwingsvormen zoals galerijflats en rijwoningen onderscheiden de Nederlandse gebouwen van andersoortige bebouwing.
Nederlandse bebouwing kunnen we opdelen in diverse categorieën.
Denk aan landelijk, klein stedelijk en stedelijk. Hoewel Stedelijk wellicht het meest aantrekkelijk klinkt voor de invulling van een modelbaan is landelijk niet zelden het meest realistisch voor de invulling van de modelbaan. Want bij een relatief klein/kort emplacement (vaak door de modelbouwer gekozen bij gebrek aan meer ruimte) hoort ook een relatief klein stationsgebouw. Daarbij wordt vaak vergeten dat zowel kleine als zelfs de hele grote stationsgebouwen vaak zijn neergezet te midden van enkele weilanden, soms zelfs vele honderden meters buiten de toenmalige stadsgrenzen. Veel stationsgebieden hebben tot ruim in de eerste helft van twintigste eeuw (tijdperk III) in landelijk gebied gelegen, tussen de boerderijen en open velden. Wie een hedendaagse stationssituatie op z'n baan wil nabootsen komt wel vaker uit in stedelijk gebied. Een veel gemaakte "fout" is het te klein inschatten van de openbare ruimte. Zeker in de stationsomgeving wordt de beschikbare grond voor pakweg 50 tot 70% gebruikt voor infrastructuur zoals wegen en rails. Slechts een klein percentage is daadwerkelijk (stedelijke) bebouwing. met name stedelijke bebouwing bestaat uit elementen die sterk op elkaar zijn ingespeeld. Op hoofdlijnen valt te denken aan afgestemde functies van gebouwen, terwijl op detailniveau te denken valt aan kleine bouwkundige aanpassingen. Denk aan het verzinken van een dakgoot in/op de zijgevel zodat het gebouw er naast moeiteloos enkele etages hoger kan zijn de gebouwen toch strak tegen elkaar kunnen staan. Het sterk op elkaar afstemmen van bebouwing is in model erg moeilijk omdat doorgaans wordt uitgegaan van bouwpakketten die in een solitaire positie op de modelbaan terecht komen.
Van bebouwing kan doorgaans het volgende gezegd worden:
Hoe stedelijker de bebouwing hoe dichter de panden op elkaar staan en dat vergroot de kans dat de bebouwing ook de lucht in gaat in plaats van verder uitdijt in horizontale richting. Groenvoorziening staat in de stedelijke omgeving onder druk, maar infrastructuur krijgt vaak meer ruimte en komt in de stedelijke situaties ook vaak voor als grote verharde ruimtes. Bij landelijke bebouwing is dat vanzelfsprekend precies andersom. Landelijke bebouwing staat ver uit elkaar en heeft vrijwel nooit een substantiële hoogte of meer dan 3 etages. Groen heeft de ruimte hoewel veel groen eigenlijk ruimte is voor landbouw en veeteelt. Infrastructuur, zoals wegen zijn minder dominant aanwezig en soms niet eens verhard.
Nederlands thema modelbouwen (excl. groot serie fabrikanten)
Voor de modelbaan zijn er diverse fabrikanten bezig met het maken van Nederlandse bebouwing.
Onderstaande gegevens zijn dan ook alleen gebaseerd op Nederlandse bebouwing!
Als we de fabrikanten categoriseren op basis van productiemethode en materiaalgebruik krijgen we het volgende:
Giethars en soortgelijke modellen:
Artitec Schaal N en H0, Holland scale Schaal H0, tilly models.nl Schaal H0.
Laser gesneden modellen (veelal kartonsoorten en hout)
Markenburg Schaal N en H0, Protomodel Schaal H0.
De giethars modellen dienen nog wel geschilderd te worden.
De hierboven genoemde fabrikanten van laser gesneden modellen leveren de modellen standaard in kleur en soms zelfs reeds licht vervuilt.
Veel van de fabrikanten leveren voornamelijk landelijke en kleinstedelijke bebouwing. Daarnaast categoriseren de meeste fabrikanten en winkeliers de producten op schaal en eventueel op land van herkomst.
Markenburg heeft zijn modellen ook nog gethematiseerd. Dat maakt het makkelijk om een ensemble* van gebouwen bijeen te kiezen. Voor de modelbouwer die bijvoorbeeld waarde hecht aan realisme/natuurgetrouwe situaties op de modelbaan heeft het thematiseren als voordeel dat je makkelijker een realistisch scenario aan bebouwing kan verzamelen.
Ensemble*:
Een ensemble is in deze context een groep(je) gebouwen die elkaar in vorm en functie versterken/ bij elkaar passen door de vorm en de functie die ze hebben.