LocdecoderEen locdecoder is eigenlijk een kleine computer. Deze kan uitgevoerd zijn met alleen draad welke je dus zelf in moet solderen. Ook kan een decoder uitgevoerd zijn met een stekker, de zogenaamde NEM-stekker. Deze stekkers kunnen 6, 8 of zelfs 21-polig uitgevoerd zijn. Tevens bestaan er nog decoders welke voorzien zijn van alleen pinnetjes. De bedrading van een decoder is niet altijd gelijk! Kijk dus altijd in de gebruiksaanwijzing welke draad waarvoor dient. Tevens wordt er vaak geschreven over extra functie-uitgangen. Dit zijn het aantal functieuitgangen inclusief de uitgangen welke je dient te gebruiken voor de verlichting van de loc. Een decoder met twee extra functie-uitgangen is dus alleen te gebruiken voor de aansturing van de motor en voor de verlichting. Een decoder met vier extra uitgangen is te gebruiken voor aansturing van de motor en voor de verlichting + twee aansluitingen voor andere aparatuur, zoals bijvoorbeeld een zwaailicht of rookgenerator. Ook hebben we tegenwoordig locdecoders waar een luidspreker aan vast zit. De zogenaamde locsounddecoders. In deze decoders, die weer groter zijn dan normale decoders, is ook een mogelijkheid voor het opslaan van geluiden. Zo zijn bij bijvoorbeeld stoomlocs het natuurlijke geluid van een optrekkende trein te horen maar ook het typerende fluitsignaal wat deze locs kenmerkt. Voor het aansturen van functies in bijvoorbeeld een stuurstandrijtuig is het mogelijk om een functiedecoder te gebruiken. Bij een functiedecoder is het deel dat de motorbesturing verzorgd weggelaten, deze decoder is hierdoor vaker goedkoper dan locdecoders. InhoudConfiguratie VariabeleIn een locdecoder zijn tal van gegevens opgeslagen die betrekking hebben op de rij-eigenschappen en verlichting van een trein. De plaatsen waar dit alles opgeslagen is noemen we CV's. Elke CV behandeld één ding. Er is helaas niet vastgelegd welke CV wat is, dit betekend dat elke fabrikant een andere CV volgorde heeft. Echter alleen de eerste negen CV's zijn altijd het zelfde. Hieronder die CV's met korte omschrijving:
Fabrikant- en typenummerCV 7 en 8 zijn voor het typenummer en de fabrikant, mocht je ooit willen weten welke decoder in een loc is ingebouwd lees dan CV 7 en 8 uit.
Lees je CV 7 uit dat vind je een getal wat overeenkomt met een typenummer van een decoder. Wanneer je CV 8 uitleest zul je een getal zien, dit getal is gekoppeld aan een merk. Hieronder een lijst met deze waardes en de bijbehorende fabrikanten.
Lang adresAls CV 1 gebruikt wordt is het alleen mogelijk adressen van 1 tot en met 128 te benoemen. Als de decoder lange adressen ondersteund kunnen adressen tot 9999 gebruikt worden. Een adres hoger dan 128 instellen doe je met CV 17 en CV 18. Hiervoor moet in CV 29 eerst aangegeven worden dat er een lang adres gebruikt wordt anders heeft het aanpassen van CV 17 en CV 18 geen nut. De waarde voor CV 17 en CV 18 bepalen kan makkelijk via de website van Bernhard Rupp. Mocht dit niet werken kan het ook nog handmatig in combinatie met Google. Voer voor de waarde van CV 18 in de zoekbalk van Google (49152 + <adres>) % 256 in. Voor adres 1234 laat deze link dat zien. Om de waarde van CV 17 te bepalen moet ((49152 + <adres>) - <waarde CV 18>) / 256 ingevuld worden. Een voorbeeld voor de waarde van CV 17 bij adres 1234 is hier te vinden. ConfiguratieregisterCV 29 is het standaard configuratieregister voor rijrichting, rijstappen en analoog bedrijf.
LastregelingVerder beschikken bijna alle decoders over lastregeling, ook wel aangeduid als cruise-control. Dit begrip zullen we uitleggen. Bij analoog gebruik is het zo dat wanneer een trein een helling op rijdt hij langzamer begint te rijden, gaat de trein helling af dan zal deze sneller gaan rijden. Bij digitaal ondervangt lastregeling dit probleem, bij gewoon rijden op een vlakke baan, helling op en helling af houdt de trein nu dezelfde snelheid.
Resetten van decoderOnderstaand een tabel waarin staat welke waarde we in welke CV moeten programmeren om de decoder in fabrieksinstellingen terug te zetten.
Bepaalde decoders geven bij resets en andere CV's soms een verkeerde bevestiging: te kort, te snel op de opdracht volgend, te weinig signaal, enz. De oplossing bij Lenz en Qsi decoders is om dan tussen de centrale en de track een weerstand van een paar Ohm te zetten (10-22 Ohm). Dit forceerde de decoder om 'meer' signaal te generen. Line upZie voor een opsomming van locdecoders het hoofdartikel: Locdecoder line up. Meest voorkomende storingen
Zie ook
|