|
|
| Regel 2: |
Regel 2: |
| | De spanning op de rails is constant en door middel van een [[locdecoder]] wordt de trein aangestuurd. De locdecoder ontvangt het digitale signaal van de rails of bovenleiding en stuurt de motor aan in de trein. Naast de motor kunnen er ook aanvullende functie is de locomotief ingebouwd zijn. | | De spanning op de rails is constant en door middel van een [[locdecoder]] wordt de trein aangestuurd. De locdecoder ontvangt het digitale signaal van de rails of bovenleiding en stuurt de motor aan in de trein. Naast de motor kunnen er ook aanvullende functie is de locomotief ingebouwd zijn. |
| | | | |
| − | Andere functies kunnen bijvoorbeeld geluid of een [[rookgenerator]] zijn maar ook een pantograaf kan via een locdecoders aangestuurd worden. Niet alleen de trein wordt digitaal aangestuurd maar ook de wissels en de seinen. | + | Andere functies kunnen bijvoorbeeld geluid of een [[rookgenerator]] zijn maar ook een [[pantograaf]] kan via een [[locdecoders]] aangestuurd worden. Niet alleen de trein wordt digitaal aangestuurd maar ook de wissels en de seinen. |
| | | | |
| | == Zie ook == | | == Zie ook == |
Versie van 3 mei 2010 om 21:17
Een digitaal signaal is in essentie een reeks nullen en enen. Het begrip digitaal is afkomstig van het Latijnse woord digitus, dat vinger betekent omdat men vroeger met de vingers (af)telde. Er zijn verschillende digitale systemen, zoals bijvoorbeeld DCC, Motorola, Selectrix en FMZ.
De spanning op de rails is constant en door middel van een locdecoder wordt de trein aangestuurd. De locdecoder ontvangt het digitale signaal van de rails of bovenleiding en stuurt de motor aan in de trein. Naast de motor kunnen er ook aanvullende functie is de locomotief ingebouwd zijn.
Andere functies kunnen bijvoorbeeld geluid of een rookgenerator zijn maar ook een pantograaf kan via een locdecoders aangestuurd worden. Niet alleen de trein wordt digitaal aangestuurd maar ook de wissels en de seinen.
Zie ook
